Er is veel te zeggen voor een leerrekening voor werkenden. Werkenden hoeven niet meer aan te kloppen bij anderen om geld te krijgen voor hun opleiding. Zij zijn niet afhankelijk van de zorgzaamheid van hun werkgever, de beschikbaarheid van een sectoraal potje of de selectiecriteria van een voucher. Ze kunnen hun eigen opleiding kiezen, op het moment dat hen het best uitkomt. Het is dan ook niet verrassend dat in bijna alle recente plannen, adviezen en manifesten over ‘een leven lang leren’, de individuele leerrekening terugkomt.
Het afgelopen jaar heeft James hierover veel werkenden gesproken. In het bijzonder over de James leerrekening waar een groeiend aantal mensen gebruik van maakt. Dat levert levendige gesprekken op. Ja, mensen willen meer regie en ja, het is handig als je zelf kunt sparen en zonder goedkeuring van anderen opleiding en coaching kunt aanschaffen. Maar er zijn ook bedenkingen. Met een bedrag van jaarlijks een paar honderd euro, hoe lang moet je wel niet sparen voor een goede opleiding? Zou het niet ten koste gaan van wat het bedrijf nu soms al genereus aanbiedt? En hoe weet je wat slimme keuzes zijn? Een bezwaar dat bij mij bleef hangen was het bezwaar van een buschauffeur van middelbare leeftijd. ‘Die leerrekening maakt eenzaam’, was zijn stelling. ‘Dan ben ik nog meer aan mezelf overgeleverd. Als ik de verkeerde keuzes maak, ben ik de Sjaak. Als ik mijn baan verlies is dat straks mijn eigen schuld. Ik had toch dat eigen potje..?’
Is dat zo? Betekent ‘baas in eigen loopbaan’ eigenlijk ‘eenzaam en aansprakelijk in eigen loopbaan?’ Zoals we dat in veel domeinen al zijn geworden? Met onze eigen zorgverzekering, onze zelf gekozen energieleverancier, onze zorgaanbieders, inburgeraars, etc. Als dan die medische behandeling voor ons te duur is geworden of als er te weinig in ons pensioenpotje blijkt te zitten, dan is dat onze eigen domme schuld.
Ik heb geen pasklare oplossing voor dit bezwaar. Maar het sterkt me in de overtuiging dat hier een schone taak ligt voor de vakbeweging; in zijn ideale vorm een beweging waarin werknemers zich verenigen om hun positie op de arbeidsmarkt te versterken. Vakbonden zijn in staat om als spreekbuis van werknemers afspraken te maken aan cao tafels en in Den Haag om scholingspotjes te vullen en toegankelijk te houden (‘willen we die scholing, dan halen we die scholing!’). Maar ook om vanuit de kracht van de groep het gesprek over ontwikkeling en loopbanen op gang te krijgen. Natuurlijk ligt er daarnaast een verantwoordelijkheid bij werkgevers –die gelukkig ook op veel plekken genomen wordt-. Maar werkgevers gaan in het beste geval maar over een deel van de loopbaan van hun medewerkers. Werkenden kunnen zich niet meer afhankelijk maken van die ene werkgever. Ik heb afgelopen jaar mooie voorbeelden meegemaakt waarin vakbonden samen optrokken om werknemers te adviseren over hun loopbaan. Bijvoorbeeld in de detailhandel, de bouw & infra en in de motorvoertuigenbranche. James draagt daar vanuit zijn vakmanschap aan bij. Wat mij betreft wordt het tijd voor de volgende stap in de samenwerking van sociale partners. Ik verheug me al op de spandoekteksten bij de volgende acties. Niks eenzaam en aansprakelijk, dit kunnen we samen.

Karlien Haak