Als ik aan mensen vraag of ze nu evenveel kúnnen of wéten dan toen ze, wellicht al jaren geleden, startten in hun huidige werk, is het antwoord steevast: neeee!
In de loop van de jaren hebben ze veel bijgeleerd, van collega’s maar ook doordat ze taken beter en soms sneller kunnen uitvoeren, er taken of nieuwe ontwikkelingen bijkomen of ze zich in één taakgebied hebben gespecialiseerd. Doordat ik de vraag stel worden mensen zich bewust van het leren dat onbewust al plaatsvindt in het werk. Zo zou je de werkomgeving dus als een vervolgopleiding in de loopbaan kunnen kenmerken. Maar van ‘Leren’ wordt niet iedereen gelijk enthousiast.
Sinds het thema LLO (Leven Lang Ontwikkelen) op de agenda staat, zie voor de meest recente publicatie: SER briefadvies voor structurele verankering van leven lang ontwikkelen [1], zijn er steeds meer rollen op de werkvloer bijgekomen die hieraan invulling geven. Zo kennen we de Mentor, de Buddy, Supporter of Employee, de Leerambassadeur, Harrie, maar ook de kaderleden van de vakbond. Allen geven ze invulling aan een niet-hiërarchische, informele rol waarin ze collega’s ondersteunen zodat zij hun werk veilig, met plezier en duurzaam kunnen doen en zich gedurende hun loopbaan ontwikkelen. Ze begeleiden, ondersteunen of coachen werknemers tijdens hun ‘vervolgopleiding’ op de werkvloer.
Over het belang van dit mentorschap op de werkvloer zegt ChatGPT:
Mentorschap op de werkvloer is van onschatbare waarde als het gaat om het ondersteunen van werknemers in hun ontwikkeling. Het biedt werknemers de mogelijkheid om te groeien, te leren en te gedijen binnen hun organisatie. Een mentor fungeert als een ervaren gids die niet alleen kennis en expertise deelt, maar ook waardevol inzicht geeft in de bedrijfscultuur en -dynamiek. Dit bevordert niet alleen de professionele groei van de werknemer, maar versterkt ook hun zelfvertrouwen en motivatie. Bovendien draagt mentorschap bij aan het behouden van talent binnen de organisatie, omdat werknemers zich gewaardeerd en gesteund voelen in hun loopbaanontwikkeling. Kortom, mentorschap op de werkvloer is een investering in zowel individuele groei als organisatorisch succes.
Binnen James kennen wij een buddysysteem waarin we nieuwe collega’s gedurende een jaar ondersteunen. Mijn nieuwe collega zegt hierover:
“Het is een vorm van begeleiding die door het bedrijf wordt erkend en dat maakt dat je een goede verbinding krijgt met de organisatie. Daardoor is het voor mij als nieuwe medewerker laagdrempelig en toegankelijk. Ik heb het afgelopen jaar een duidelijk beeld gekregen van wat en hoe ik wil leren, en hoe ik verder kan groeien in mijn vak. De feedback daarop is heel belangrijk voor mijn ontwikkeling”.
Als we kijken naar de drie basisbehoeften van werknemers om met plezier te werken en te leren (competentie, autonomie en verbondenheid), kan de mentor op alle drie een belangrijke rol vervullen [2]:
- Competentie; de mentor geeft je support zodat het vertrouwen groeit dat ‘je het kunt’
- Autonomie; doordat de mentor je regelmatig feedback geeft en het vertrouwen in eigen kunnen groeit, ontstaat er ook meer ruimte voor autonomie.
- Verbondenheid; de mentor kan de werknemer ondersteunen bij het leggen van (nieuwe) contacten, informeren over (nieuwe) ontwikkelingen zodat de sociale binding wordt versterkt. Samen werken, samen leren en ontwikkelen versterkt het gevoel van verbondenheid en vise versa.
Mentoren maken van de werkplek een goede leerplek en zijn wellicht meer de tutor dan de leerkracht. De persoon bij wie je altijd even terecht kunt met een probleem in je werk, even sparren zodat je weer verder kunt en zo kunt groeien in je werk. En stiekem noemen wij dat toch leren😉
[1] Briefadvies LLO (ser.nl) Kim Putters, voorzitter SER, aan Formateur en formerende partijen dd. december 2023
[2] Bron: ‘In de leerstand’, boek van Isolde Kolkhuis Tanke
Hilde Stringa